maandag 3 januari 2011

Impressie van de Conferentie Nafase


Op 23 november 2010 vond in Amersfoort de conferentie Nafase plaats met als aanleiding de uitgifte van het Modelplan Nafase door het bureau Impact. Ik mocht deze conferentie als dagvoorzitter begeleiden. Mijn waarnemingen van deze dag zijn de volgende:

Er is niet iets als dé Nafase en er is ook niet één Nafasestrategie. Dat concludeerden we al als Taskforce Management Overstromingen. Vandaag werd dat weer eens bevestigd. Wel is er behoefte aan een duidelijk kader, maar vooral aan handreikingen en checklists (‘spiekbriefjes’). Zoals we vandaag hebben vastgesteld, voldoet het aangereikte instrumentarium van Modelplan, checklist en Impact The Game daar in ruime mate aan. Het gaat daarbij ook om het voorkomen van planfixatie; de feitelijke situatie moet leidend zijn, niet de al gekozen oplossing (voorbeeld: 300 veldbedden in een sportzaal zonder dat is vastgesteld of er ook daadwerkelijk behoefte aan is).

We kijken terug op een prima dag, die heeft herbevestigd hoe belangrijk, maar ook weerbarstig, de nafase is. De goede terugkoppeling van de vliegtuig crash gaf daarvan weer eens het bewijs. Ook bleek daaruit hoe nuttig het is om nu met de kennis uit de praktijk nog eens een toets te doen op het modelplan en te komen met aanbevelingen. Deze dag heeft geleid tot een beter begrip van het ‘Hoe’ en ‘Wat’ van de Nafase, maar ook in wat nog niet klaar is en wat we nog mogen verwachten. Vooral de processen herstel, wederopbouw en terugkeer vereisen nog veel aandacht en niet alleen uit de optiek van zorgverleners.

Het is goed om vast te stellen, dat de Nafase stevig op de nationale agenda staat, voldoende prioriteit heeft en dat er hard wordt gewerkt om medio 2011 daadwerkelijk een landelijke Nafasestrategie af te leveren. Ook hebben we geconstateerd, dat het daarbij sterk is aan te bevelen, dat deze niet alleen op nationaal niveau ontstaat maar tijdig de daarbij betrokken uitvoerders (veiligheidsregio’s en gemeenten) worden betrokken. Al zou het alleen maar zijn om te toetsen of dat wat nationaal wordt bedacht wordt begrepen en uitvoerbaar is. Regelmatig kwam uit diverse geledingen de oproep om alle stakeholders te betrekken. Dit gaf nog eens aan dat er veel meer instanties en instellingen bij de Nafase zijn of kunnen worden betrokken dan vaak wordt gedacht. Bovendien kan deze variatie per regio verschillen.

Keer op keer werd herbevestigd, dat alleen een scherp oog en oor voor de ‘getroffenen’, voor wie we dit doen, de noodzakelijke input is voor een effectief Nafaseproces. Het gaat niet om het geslaagde plan of de succesrijke organisatie, maar om een goede uitvoering, die recht doet aan de noden van de getroffenen.

Gelukkig was er ook het besef dat het niet allen gaat om ‘getroffenen’ dan wel ‘slachtoffers’, maar dat we niet mogen vergeten ook naar deze groep te kijken als ‘resources’. Dit komt bij elkaar in het woord Resilience (community and individual), waarvoor het Nederlandse woord ‘veerkracht’ wordt gebruikt, maar eigenlijk nog ruimer moet worden geïnterpreteerd. Het vermogen om te gaan met (onverwachte) rampen, zelf de goede dingen te doen voor jezelf en je omgeving en ook bezig te zijn met de ‘terugkeer naar het normale’. We zullen de komende jaren veel aandacht moeten besteden aan het versterken van de Resilience en het ook uitwerken in de Nafasetrajecten. De huidige trajecten voor het versterken van de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven sluiten daar zeker op aan, maar gaan niet ver genoeg.

Ook werd het permanente aandachtspunt van de niet-zelfredzamen aangeroerd. Natuurlijk krijgt deze groep aandacht in het modelplan, maar er zal nog veel aan condities en randvoorwaarden vooral op nationaal niveau moeten gebeuren om voor deze groep effectieve oplossingen bij rampen te bereiken.

Het onderscheid tussen ‘Incident driven’ rampen (lokaal en regionaal) en ‘threat driven’ rampen (nationale rampen per definitie: pandemie, overstromingen, massale ICT-uitval, milieurampen, grootschalige uitbraak dierziekten, etc.) kreeg ook aandacht. Vooral bij de laatste categorie moet het nationale niveau duidelijk en concreet zijn in de daarvoor te creëren condities en randvoorwaarden om de veiligheidsregio’s in staat te stellen zelf inhoud te kunnen (blijven) geven aan een effectieve Nafase. Ook hierbij is het van belang om samen op te werken. Voorbeeld: Het aanwijzen van een opvangregio is één, maar het inrichter ervan is twee.
Veel aandacht blijft nodig voor interregionale en bovenregionale effecten bij rampen en de daarvoor nodige coördinatie. Vooral het versterken van de verticale coördinatie blijft een hoofdaandachtspunt.
In dit kader werd ook aangegeven het Veiligheidsberaad nadrukkelijk te betrekken bij de materie. Het gaat daarbij niet om de goedkeuring van initiatieven of producten namens de afzonderlijke regio’s, maar vooral om het stimuleren van de afzonderlijke regio’s in het gebruik ervan, nadat met instemming is kennis genomen van de inhoud

Bij Impact The Game werd benadrukt, dat het er bij de nafase vooral om gaat kennis te nemen van de ‘verhalen’ van getroffenen en een samenspel op gang te brengen tussen de organisatie/plan-kant en de ‘mens’-kant. Vooral de toepassingsmogelijkheden, ook monodisciplinair, trokken de aandacht. Scherp in de rollen zijn, aan de daaraan verbonden verantwoordelijkheden en taken uitvoering geven en het doen met mandaat en effectieve instrumenten. Het spel is inpasbaar in de al bestaande plannen kan worden gebruikt als een zelftoetsingsinstrument op de eigen processen en procedures.